Reisimpressies van de stad Jaén

De stad Jaén

Ten noorden van de zuid-Spaanse stad Granada ligt Jaén. Het is de hoofdstad van de provincie Jaén en is de officieuze hoofdstad van het gebied waar de meeste Spaanse olijven worden gemaakt. Naar eigen zeggen is de stad de wereldhoofdstad van de olijfolie. 

Net als de meeste steden in Andalusië, was Jaén relatief lang onderdeel van het Moorse rijk. Hierdoor zijn er nog veel resten uit die periode aanwezig. Er zijn oude kastelen zoals bijvoorbeeld het kasteel van Santa Catalina. Er zijn ook andere gebouwen in Mudejarstijl. Er zijn echter nog veel meer archeologische ontdekkingen in Jaén gedaan. Er zijn bewijzen gevonden van een beschaving uit de ijzertijd. In het jaar 207 voor Christus namen de Romeinen het gebied over. De stad floreerde onder de naam Flavio Aurgitano. Er zijn helaas niet veel overblijfselen uit deze priode. Na de Moren kwamen de katholieken die de stad verder uitbouwden. Kerken werden vooral gebouwd op funderingen van oude moskeeën. De bezienswaardigheden van Jaën die je vandaag de dag kunt bekijken stammen dan ook voornamelijk uit deze priode. Het kathedraal van Jaën is misschien wel de bekendste van allemaal. Dit rooms-katholieke kathedraal, gebouwd in renaissance-stijl, pronkt trots in het centrum van de stad. Verder in de stad te bewonderen en er zijn mooie kloosters.

Wat te doen in Jaén?

De belangrijkste bezienswaardigheden van Jaén zijn behalve het kasteel van Santa Catalina en het kathedraal van Jaén, ook de oude stad. Want ja! Dat is een bezienswaardigheid op zich! In het oude centrum heb je bijvoorbeeld plaza de la Magdalena. Aan dit plein staat de iglesia de Magdalena, met een nog Arabisch-achtige binnenplaats!

Maar toch kun je niet zeggen in Jaén te zijn geweest zonder de kathedraal en het kasteel te bezoeken. Iets dat je ook kunt doen is de olijvenstreek verkennen. Boek een tourtje. Heel leerzaam om te weten hoe olijven worden gemaakt en dat is pas echt iets cultureels!

De stad dankt haar opkomst aan de voorheen belangrijke zilvervoorraden in de omgeving en de daarmee samenhangende kolonisering door Carthagers en Romeinen. Tijdens de bezetting door de Moren was de stad het bestuurlijk centrum en beleefde zij een van haar belangrijkste bloeiperiodes. In 1246 werd de stad heroverd door de Spanjaarden. Gelegen in het noordelijk gedeelte van Andalusië vormt de provincie Jaén als het ware een toegangspoort tot dit gebied.

Feria de San Lucas

De inwoners van Jaén worden ook wel Jiennenses genoemd. In oktober is de feria de San Lucas, een soort feestweek in Jaën. De meeste Jiennenses vind je dan op straat. De stad staat bekend om haar vele legendes, waarvan de legende van Lagarto de la Magdalena de bekendste is. Er bestaan ook legendes over spoken in het Santa Catalina kasteel.

Toen de Moren de macht hadden in Spanje, bouwden ze veel vestingwerken. Zo ook in de stad Jaën, waar het Santa Catalina kasteel een voorbeeld van is. De Moren noemden de stad niet Jaén, maar Yayyan. De stad was een plek waar Arabieren en Joden in vrede samenleefden. Het was een stad waar cultuur geschapen werd.

In de 13e eeuw ging de opmars van de Christenen erg snel, en de Moren verloren veel terrein. In het jaar 1212 vond de slag van Navas de Tolosa plaats. Dit was de beslissende slag in de reconquista, de herovering van Spanje door de christenen. Muhammad I, de toenmalige Arabische koning, gaf Jaén later (1246) aan Castilië om de macht over Granada te mogen houden. Het zorgde ervoor dat Granada nog 246 jaar bestuurd werd door de Arabieren.

Maar ondanks deze vooruitgang werd de stad toch nog twee keer geplunderd, in 1300 en in 1369.De Christenen verplichtten iedereen om het Christelijke geloof te volgen en de mensen die zich daar niet wilden onderwerpen, werden verbannen na de herovering in 1492. De stad werd gekerstend onder Fernando III, wat betekende dat moskee een kerk werd, de bouw van een Alcázar (paleis/fort) werd begonnen en dat de zetel van de Aartsbisschop naar Jaén verplaatst werd.

Het belang van de stad groeide in de 16e eeuw en de bevolking groeide tot meer dan 22.000 inwoners. Het was een van de belangrijkste steden van het koninkrijk van Castilië van die tijd. De renaissance gaf de stad een nieuwe impuls en nieuwe gebouwen zoals de kathedraal werden gebouwd. Ook op cultureel gebied groeide de stad, veel kunstenaars vestigden zich in de stad, in de omgeving van de kathedraal. In de 19e eeuw leed de stad onder een economische crisis, een crisis waarvan de stad eigenlijk nooit helemaal van hersteld is.    

De Christenen verplichtte iedereen om het Christelijke geloof te volgen en de mensen die zich daar niet wilden onderwerpen, werden verbannen na de herovering in 1492. De stad werd gekerstend onder Fernando III, wat betekende dat moskee een kerk werd, de bouw van een Alcázar (paleis/fort) werd begonnen en dat de zetel van de Aartsbisschop naar Jaén verplaatst werd. Het belang van de stad groeide in de 16e eeuw en de bevolking groeide tot meer dan 22.000 inwoners. Het was een van de belangrijkste steden van het koninkrijk van Castilië van die tijd. De renaissance gaf de stad een nieuwe impuls en nieuwe gebouwen zoals de kathedraal werden gebouwd. Ook op cultureel gebied groeide de stad, veel kunstenaars vestigden zich in de stad, in de omgeving van de kathedraal. In de 19e eeuw leed de stad onder een economische crisis, een crisis waarvan de stad eigenlijk nooit helemaal van hersteld is. 

- Spanje is wat je wilt. Spanje is wat je nodig hebt -